De Keus van Arwen Bouw
violiste en manuscriptenvreedster, vanaf het eerste uur
Toen deze foto gemaakt werd - in Zandvoort aan Zee geloof ik - kon ik heel hard meezingen met de meeste liedjes van Toppop, en speelde ik wel eens op een elektronisch orgel waarvan ik me alleen herinner dat er een knop opzat waarmee je vibrato kon regelen (iets dat me op de viool nooit gelukt is...). Vioolspelen leerde ik overigens pas na mijn 10e jaar, ik ben laat begonnen maar gelukkig nooit opgehouden.
BWV 61 heeft voor mij die speciale kracht die ik altijd ervaar bij vroege Bachcantates.
Dank, luisteraars, voor het uitkiezen!
En deze cantate opent zo indrukwekkend met een Ouverture, één van mijn lievelingsvormen in barokmuziek.
Ik zocht er een Ouverture van Fasch bij die nogal weemoedig van karakter is (vooral in de delen met sopraanchalumeau), die misschien niet zo past bij een hoopvolle adventssfeer, maar wel bij lange nachten....
Verder een vroege adventscantate van Graupner, die nog nét in het Graupner-jubileum-jaar kan, het is mijn 'proost' voor deze meester.
In de beginjaren van De Swaen kwam ik in contact met traverso-speler Jobst Harders, hij heeft me de liefde voor oude manuscripten bijgebracht. We begonnen met het aanvragen van onuitgegeven Telemanncantates en hij leerde mij het oude Duitse schrift lezen, het 'Current-Schrift', zodat ik de meeste teksten kon ontraadselen.
Later kwam Piet Dhont meespelen, die een soort wandelende encyclopedie bleek te zijn op het gebied van barokmuziek. Met dank aan Piet heb ik de afgelopen jaren heel veel onbekende muziek leren kennen. De handschriftenliefhebberij resulteerde dit jaar in een samenwerking met Uitgeverij Interlude, die afgelopen september twee cantates van Graupner uitgaf, die ik voor De Swaen had uitgewerkt.